Een brug naar een nieuw toekomst

Professionele voorwaarden

Het PELS instituut vindt kwaliteit belangrijk. Daarom vindt er een cliënt-tevredenheidsonderzoek plaats, worden behandeleffecten gemeten en vindt er informatie-uitwisseling plaats met de verwijzer.

Client-tevredenheidsonderzoek

Aan het einde van het traject wordt in het laatste gesprek met een korte vragenlijst gevraagd naar de bevindingen van de cliënt en eventuele verbeterpunten voor de behandeling. Cliënten worden  uitgenodigd hun feedback te geven door aan het einde van de behandeling de CQI in te vullen. De CQ index (16 items) is ontwikkeld om ervaringen met de ambulante geestelijke gezondheidszorg of verslavingszorg te inventariseren. Kijk op deze link hier. Het cijfer dat cliënten aan het PELS instituut gaven was 8,6 op een schaal van 1 t/m 10, gemeten in de periode 1 januari t/m 31 december 2024. Voor bejegening scoorde het PELS instituut in deze periode een 4,8 op een schaal van 1 t/m 5; voor samen beslissen een 4,8 en tot slot voor de uitvoering behandeling 4,4 (schaal van 1 t/m 5).
Deze mooie cijfers betekenen dat cliënten de dienstverlening van het PELS instituut weten te waarderen. Met de opmerkingen van cliënten proberen we onze dienstverlening te verbeteren.

Meting behandeleffecten

De effecten van de behandeling worden gemeten door het afnemen van twee vragenlijsten (Routine Outcome Monitoring, of te wel ROM-lijsten). Er vindt een voormeting en een nameting plaats. Deze ingevulde vragenlijsten behoren tot het medisch dossier en zijn natuurlijk volstrekt vertrouwelijk. De gegevens bieden inzicht in de effecten van het behandelproces  en dienen wij via een beveiligde omgeving ter beschikking te stellen aan de Stichting Benchmark GGZ. De gegevens worden digitaal versleuteld zodat uw anonimiteit gewaarborgd blijft Hiernaast geven de cliënten en soms hun sociaal systeem aan welke effecten zij ervaren, dan wel hebben ervaren.

Informatie-uitwisseling met de verwijzer

Bij aanvang van het traject wordt bepaald of er voldoende informatie in de verwijsbrief staat. Indien dit onvoldoende blijkt wordt nadere informatie gevraagd. Veel van onze cliënten hebben een uitgebreide medische voorgeschiedenis met ernstige neurologische klachten. De cliënt geeft middels een schriftelijke toestemmingsverklaring ons de gelegenheid om bij de huisarts, bedrijfsarts, werkgever, advocaat, huisarts of medisch specialist) informatie op te vragen. Bij tussentijdse problemen wordt met de cliënt besproken of er contact mag worden opgenomen voor tussentijds overleg. Het resultaat daarvan wordt met de cliënt besproken. Aan het einde van de behandeling wordt de verwijzer altijd schriftelijk op de hoogte gesteld dat het traject beëindigd is en met welke mate van succes dit is gebeurd. Daarnaast wordt altijd in overleg met de cliënt eventueel aanvullende informatie gegeven over het beloop van de behandeling en wordt een advies voor nazorg meegegeven.

Klachtenregeling

Voor klachten kunnen cliënten zich in eerste instantie wenden tot hun eigen behandelaar en/of de regiebehandelaar.  De cliënt geeft aan wat hem/haar dwars zit en wat hij/zij wil bereiken. Dan wordt geprobeerd in gezamenlijk overleg een oplossing te vinden. Daarbij kan gebruik gemaakt worden van de website erisietsmisgegaan.nl. Hier kunt u ook de klachtenregeling en geschillenreglement downloaden. Daarin staat welke volgende stappen u kunt nemen als uw klacht blijft bestaan.   

 

Het medicatiebeleid 

Bij de intake is het belangrijk dat de cliënt de psycholoog op de hoogte stelt van zijn/haar medicijngebruik, bijvoorbeeld met een actueel medicatie-overzicht van de apotheker. De behandelaar tekent het gebruik van medicijnen aan in het patiëntendossier. Daarnaast is het belangrijk dat de cliënt aan de behandelaar vertelt welke niet voorgeschreven middelen regelmatig gebruikt worden. Ook als de cliënt het gebruik van medicijnen tijdens de behandeling wijzigt is het goed om dit aan de behandelaar door te geven. Desgewenst kan de behandelaar de cliënt doorverwijzen naar een vrijgevestigd psychiater voor medicatieadvies.

Medicatiebeleid 05-02-2023, aanpassingscyclus ieder jaar, documenthouder Hogeweg

Algemene voorwaarden 

1. Op alle met het PELS instituut gesloten overeenkomsten is het Nederlands Recht van toepassing.

2. De onderstaande algemene voorwaarden zijn van toepassing op alle overeenkomsten tussen het PELS instituut en de cliënt c.q. opdrachtgever inzake onderzoek en/of training, het verrichten van diensten, het leveren van hulpmiddelen en dergelijke en in het algemeen al hetgeen door of namens het PELS instituut wordt verricht of verstrekt in één van de aangesloten PELS instituut-vestigingen. Afwijkende voorwaarden zijn voor het PELS instituut alleen verbindend indien deze vooraf schriftelijk zijn aanvaard.

3. Het PELS instituut berekent de kosten van onderzoek en training aan de opdrachtgevers.

4. Gemaakte afspraken dienen, indien noodzakelijk, 48 uur vóór de datum van het onderzoek geannuleerd te worden. Afzeggingen geschieden bij voorkeur per e-mail, maar kunnen ook persoonlijk per telefoon worden doorgegeven. Afspraken voor interventieprogramma’s met een langere duur dan twee weken dienen uiterlijk zeven dagen vóór de aanvang van dat programma geannuleerd te worden. Bij het niet annuleren of bij annuleren binnen de daarvoor gestelde termijn behoudt het PELS instituut het recht de gereserveerde tijd naar redelijkheid en billijkheid in rekening te brengen.

5. Wanneer de cliënt c.q. diens wettelijke vertegenwoordiger de onderzoek of interventie-overeenkomst opzegt, vervallen de reeds betaalde c.q. nog niet betaalde rekeningen niet.

6. Vragen over in rekening gebrachte kosten dient de opdrachtgever binnen 8 dagen na ontvangst van de declaratie schriftelijk tot de betreffende PELS instituut-vestiging te richten.

7. De betalingsverplichting wordt niet opgeschort doordat de cliënt c.q. opdrachtgever een klacht indient over tarief en of behandeling tenzij de beweerdelijke tekortkoming van Het PELS instituut de (gedeeltelijke) opschorting rechtvaardigt. Opschorting is in ieder geval niet geoorloofd indien de beweerdelijke tekortkoming van Het PELS instituut van ondergeschikte aard is. De cliënt c.q. opdrachtgever dient Het PELS instituut of de betreffende PELS instituut-vestiging per omgaande van zijn klacht in kennis te stellen.

8. Betaling van een factuur dient zonder enige korting of compensatie te geschieden binnen 14 dagen na factuurdatum door storting of overschrijving op een der op de factuur vermelde rekeningen of ten kantore van de betreffende PELS instituut-vestiging.

9. Bij niet tijdige betaling binnen 14 dagen na factuurdatum is de debiteur zonder het vereiste van enige aanmaning of in gebreke stelling van rechtswege in verzuim en aan het PELS instituut verschuldigd:

* vertragingsrente volgens het wettelijk percentage vanaf de vervaldag van het openstaand factuurbedrag tot aan de dag der algehele voldoening.
* alle kosten, zowel gerechtelijke als buitengerechtelijke die het PELS instituut ter incassering van haar vordering moet maken, waaronder inbegrepen:
* administratiekosten die bij deze worden gefixeerd op € 50,-
* 15% buitengerechtelijke incassokosten vermeerderd met de daarover verschuldigde omzetbelasting welke kosten tenminste bedragen € 50,- exclusief omzetbelasting over het aan derden ter incasso gegeven bedrag aan hoofdsom volgens factuurbedrag, rente en administratiekosten

Voorwaarden 01-08-2019, aanpassingscyclus ieder jaar, documenthouder Hogeweg

Professioneel statuut PELS instituut

Doel

Met dit professioneel statuut wordt een nadere invulling gegeven aan de eis van de Kwaliteitswet zorginstellingen waarin de instelling wordt verplicht om te voorzien in een duidelijke verantwoordelijkheidstoedeling teneinde verantwoorde zorg te kunnen bieden. Het professioneel statuut geldt voor alle hulpverleners die binnen de patiëntenzorg werkzaam zijn.

1. Inleiding

Binnen de GGZ worden mensen met (ernstige) psychische problemen en psychiatrische stoornissen begeleid en behandeld en wordt door middel van preventie getracht geestelijke gezondheidsproblemen te voorkomen. Het professioneel statuut geeft het kader aan waarbinnen de zorg binnen de GGZ wordt verleend en beschrijft de verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de hulpverlener. Het professioneel statuut bevat regels over de interdisciplinaire samenwerking. Tevens geeft het professioneel statuut de verhouding weer tussen de verplichtingen van de hulpverlener en de verplichtingen van het management van de instelling. De werkzaamheden van de hulpverlener zijn beschreven in de functiebeschrijving.

Het professioneel statuut maakt integraal deel uit van de arbeidsovereenkomst met de instelling. Het statuut bevat verwijzingen naar andere notities binnen het PELS instituut. Hulpverleners leggen verantwoording af over hun handelen ten aanzien van de patiënt die zij in zorg hebben. Verantwoordelijkheden en bevoegdheden worden naast dit professioneel statuut bepaald door de wetten.

2. Uitgangspunten en definities

Professional

De hulpverlener, die beroepsmatig diagnostiek, begeleiding of behandeling aan een patiënt verleent. Professionals kunnen onderverdeeld worden in regie-behandelaren en uitvoerend behandelaren.

Cliënt/patiënt

Degene die een behandelovereenkomst met de instelling heeft en/of aan de zorg van de instelling is toevertrouwd en door de medewerker wordt begeleid en/of wordt behandeld.

Professionele autonomie

Met de professionele autonomie wordt bedoeld dat de hulpverlener handelt conform zijn professionele standaard (o.a. de door de beroepsverenigingen gestelde normen, beschreven in protocollen, richtlijnen en standaarden en de jurisprudentie). Dat betekent dat de hulpverlener met inachtneming van de richtlijnen gemotiveerd zou mogen afwijken.

Behandeling/begeleiding

Onder behandeling wordt verstaan alle activiteiten die gericht zijn op verandering bij de patiënt. Begeleiding omvat alle activiteiten die gericht zijn op acceptatie van en omgaan met de ziekte of (psychische) handicap. In dit statuut wordt met name gesproken over behandeling. Behandeling bestaat uit de volgende elementen; diagnosticeren/ indiceren, behandelplan vaststellen, voortgang en beëindiging. Begeleiding valt onder behandeling.

Behandelplan

Het met de patiënt afgesproken individuele plan dat beschrijft waar de behandeling uit bestaat.

3. Juridische kaders

3.1 Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO)

Deze wet bevat met name de plichten van de hulpverlener ten aanzien van de patiënt. De hulpverlener is degene die namens de instelling optreedt en voldoet aan de eisen die de wet stelt. De instelling is op grond van deze wet aansprakelijk voor fouten in de zorgverlening, ongeacht waar en door wie de fout in de instelling is gemaakt. De WGBO stelt tevens dat beide ouders of voogden die het ouderlijk gezag hebben, toestemming dienen te geven voordat een zorgverlener een minderjarige mag behandelen. Wanneer er slechts één ouder of voogd het ouderlijk gezag heeft, geldt uiteraard dat toestemming van alleen deze ene ouder voldoende is. 

3.2 Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz)

In deze wet staat wet o.a. dat de cliënt heeft – op verzoek-  recht heeft op informatie over kwaliteit, tarieven, ervaringen van andere cliënten, of de behandelvorm al dan niet wetenschappelijk bewezen is en hoelang de wachttijd is. Indien er bij Hores BV/ PELS instituut nieuwe collega’s worden aangenomen, dan is Hores BV/ PELS instituut verplicht onderzoek te doen naar zijn/haar functioneren in het verleden. Bij gebleken disfunctioneren gaat Hores BV/PELS instituut geen overeenkomst aan. 

3.3. Veilig Incident Melden (VIM)

Onderdeel van de Wkkgz (zie hierboven) is VIM, Veilig Incidenten Melden. Therapeuten zijn verplicht om incidenten te registreren en indien het incident gevolgen heeft gehad voor een cliënt dient er ook een vermelding gemaakt te worden in het dossier. Dat kan de therapeut zelf op een bepaalde plek bewaren of het kan (anoniem) op www.VIM-digitaal.nlIndien een cliënt ernstige gevolgen heeft ondervonden, dan moet het incident gemeld worden bij IGZ (inspectie Gezondheidszorg en Jeugd).  Het doel van deze wet is leren van (potentieel) gevaarlijke situaties. Daarom worden incidenten met collega’s besproken te worden. 

3.4. Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG)

De Wet BIG heeft als doel de kwaliteit van de beroepsuitoefening te waarborgen en patiënten te beschermen tegen ondeskundig en onzorgvuldig handelen. De wet geeft een aantal beroepen titelbescherming, regelt deskundigheidsgebieden en beschrijft de (aan bepaalde beroepsgroepen) voorbehouden handelingen. De tuchtrechter is bevoegd het handelen van BIG geregistreerden te toetsen.

3.5. Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG)

Privacy is een grondrecht. De privacyregelgeving is er daarom op gericht om individuen te beschermen. U kunt het privacy-statement van Hores BV/ PELS instituut hier downloaden. Een constatering of vermoeden van een datalek (denk bijvoorbeeld aan het verlies van een USB-stick of de diefstal van een laptop waar dossiers op staan) moet verplicht worden gemeld bij de Autoriteit Persoonsgegevens. Een datalek moet naast de melding bij de Autoriteit Persoonsgegevens ook aan de patiënten worden gemeld, als de inbreuk op de informatiebeveiliging waarschijnlijk ongunstige gevolgen zal hebben voor de persoonlijke levenssfeer van de patiënt.

3.6. Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

De wet meldcode verplicht Hores BV/ PELS instituut bij een vermoeden van huiselijk geweld en kindermishandeling een stappenplan te hebben. Het ondersteunt professionals bij het zorgvuldig en daadkrachtig handelen. U kunt het stappenplan hier downloaden. 

4. Verantwoordelijkheden, bevoegdheden en onderlinge verhoudingen

Algemeen

Professionals met een BIG registratie hebben de bevoegdheid gekregen tot handelen binnen een welomschreven deskundigheidsgebied. Alle hulpverleners hebben de verantwoordelijkheid om de kwaliteit van hun werk op peil te houden. De instelling zal dit faciliteren waar mogelijk.

De instelling

Het PELS instituut, daarin vertegenwoordigd door de directeur, is als zodanig jegens de patiënt verantwoordelijk en aansprakelijk voor het verlenen van de zorg. Het PELS instituut is verantwoordelijk voor de uitvoering van de zorg en dient daarbij te voldoen aan de kwaliteitseisen voor zorg die zijn gesteld en vastgelegd in beleid, richtlijnen en protocollen. De Raad van Toezicht (in de persoon Ad van der Made) houdt toezicht op het verlenen van verantwoorde zorg (zorgcontrol). De bestuurder van het zorgbedrijf is de persoon die eindverantwoordelijk is voor het functioneren van het zorgbedrijf.

De professionals

De professionele verantwoordelijkheid van elke hulpverlener vloeit voort uit zijn opleiding en ervaring. De BIG geregistreerde hulpverleners handelen, evenals de overige hulpverleners, binnen het deskundigheidsgebied waarvoor zij zijn opgeleid. De grenzen van dit gebied zijn dynamisch en afhankelijk van standpunten van de (tucht)rechter, Inspectie en beroepsorganisaties.

Algemeen directeur

De algemeen directeur is verantwoordelijk is voor een juiste toedeling van middelen en mensen van, zodat optimale zorg kan worden verleend. De algemeen directeur houdt zich bezig met de financiële aspecten van de bedrijfsvoering, de zaken rondom personeel en organisatie en ondermeer de kwaliteitscontrole- cyclus. De directeur is verantwoordelijk voor het vormgeven, uitvoeren en faciliteren van het algemene behandelbeleid. Verantwoordelijk voor een juiste toedeling van middelen en mensen aan de behandeleenheden, zodat optimale zorg kan worden verleend.

Regie-behandelaar

De hulpverlener die de regie van de behandeling van de patiënt op zich neemt en de kwaliteit van de dossiervoering (dat iedere betrokken uitvoerend hulpverlener regelmatig rapporteert, dat brieven op tijd de deur uit gaan etc.) waarborgt. Iedere betrokken hulpverlener is zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de rapportage. De Regie-behandelaar is een hulpverlener die volgens de wet BIG bevoegd is een diagnose en de indicatie te stellen, alsmede het behandelplan vast te stellen.

Uitvoerend behandelaar

Al diegenen die een deel van de behandeling doen. Een uitvoerend behandelaar kan BIG geregistreerd zijn (bv. orthopedagoog-generalist) of niet (bv. basispsycholoog). Afhankelijk van opleiding en ervaring worden de taken tussen de disciplines verdeeld.

Specifieke bepalingen

A. Organisatie

Algemeen: de directeur stelt het beleid op de terreinen zorgvisie, zorgcontrol en zorglogistiek vast.

• De directeur kan met inachtneming van dit professioneel statuut regels vaststellen aangaande het doeltreffend, doelmatig en patiëntgericht verlenen van zorg.

• De directeur zal de professionele autonomie van de professionals respecteren en waarborgen.

• De directeur verschaft de noodzakelijke materiële en personele voorzieningen en schept organisatorische kaders en systemen, noodzakelijk voor een passende professionele beroepsuitoefening. Deze voorzieningen zullen op een zodanig peil worden gehouden dat een doeltreffende, doelmatige en patiëntgerichte zorg gewaarborgd blijft.

• De directeur en professionals zullen zich tot het uiterste inspannen om zowel de continuïteit van de zorg te realiseren als het effectueren van vakantie- en verlofrechten te realiseren.

• De directeur blijft bij afwezigheid van de professional(s) door ziekte, verlof of vakantie verantwoordelijk voor de continuïteit van de zorg voor de patiënt die een behandelovereenkomst heeft met de instelling.

• De professionals dragen zorg voor een zodanige regeling van vakantie en verlofdagen dat de kwaliteit van de zorg voor patiënten zoveel mogelijk gewaarborgd is.

• De directeur kan in uitzonderlijke omstandigheden, overeenkomstig de bepalingen in de CAO, het verlof intrekken.

B. Zorgverlening/ behandeling

• De professional heeft een beroepsgeheim. Hij geeft niet zonder toestemming van de patiënt informatie aan derden.

• De professional zal patiënten behandelen, waar nodig in multidisciplinair verband.

• De professional zal de patiënt en zo nodig de wettelijke vertegenwoordiger(s) in begrijpelijke taal informatie verstrekken over de behandeling van de patiënt, waaronder voorgestelde behandeling en/of onderzoek.

• De professional begint met de behandeling na toestemming van de patiënt.

• De professional draagt zorg voor een met de patiënt besproken behandelplan, alsook voor een evaluatie van dit behandelplan met de patiënt.

• Indien de professional gegronde redenen heeft de behandeling/begeleiding van een patiënt niet op zich te nemen of af te breken, dan overlegt hij dit met de Raad van Bestuur en zorgt voor voldoende continuïteit van de behandeling/begeleiding.

• De professional zorgt voor een goede overdracht van patiënten.

• De professional zal medewerking verlenen aan het tot stand komen en implementeren van (zorginhoudelijke) richtlijnen en protocollen.

• De professional behandelt/begeleidt de patiënt onder zijn persoonlijke verantwoordelijkheid, binnen de grenzen van de wet, zijn bekwaamheid en de professionele standaard, maar ook binnen de door de instelling vastgestelde protocollen en richtlijnen.

• De professional schakelt waar nodig, indien hij de grenzen van zijn bekwaamheid zou overschrijden, een collega in die wel de bekwaamheid bezit, die dan gehouden is deze (specifieke) bekwaamheid/deskundigheid in te zetten.

Afhankelijk van o.a. de aard van de hulpvraag en de ernst van het ziektebeeld van de patiënt, wordt bepaald welke professional uit welke discipline wordt ingezet:

Een professional raadpleegt in ieder geval een huisarts, psycholoog, psychotherapeut of psychiater:

 bij twijfels over de mate van psychiatrische problematiek

 wanneer bij een psychiatrisch ziektebeeld sprake is van verergering, wijziging van de

 symptomen of onverwacht uitblijven van verbetering

 bij vermoeden of concrete aanwijzingen van huiselijk geweld of kindermishandeling. De meldcode kindermishandeling wordt dan gevolgd.

 bij (mogelijke) ernstige suïcidaliteit en (mogelijk) agressief gedrag van de patiënt naar zichzelf of anderen

 bij een suïcide

C. De professionele standaard

De professional zal zijn deskundigheid en bekwaamheid op peil te houden of uitbreiden, zodanig dat hij voldoet aan de eisen die in redelijkheid aan hem mogen worden gesteld. Hij dient zich te registeren. De directeur stelt de professional in staat zijn bekwaamheid op peil te houden en scholing te volgen, bijvoorbeeld in het kader van de (her-)registratie. De directeur toetst zijn hulpverlenend handelen regelmatig bij zijn vakgenoten en/of multidisciplinair team. De directeur stelt de professionals in de gelegenheid regelmatig met elkaar te overleggen betreffende de vakinhoudelijke ontwikkeling, teneinde de kennis en kunde op peil te houden.

6. Dossiervorming, informatieverstrekking aan derden, wetenschappelijk onderzoek

De professional is gebonden aan zijn wettelijke geheimhoudingsplicht ten aanzien van de patiënten en het dossier. De professional draagt zorg voor een goede dossiervorming en informatieoverdracht. De professional zal bij doorverwijzing van de patiënt overleggen met de in te schakelen hulpverlener over de verwijzing. Bij (on)voorziene afwezigheid draagt de professional zorg voor een adequate overdracht en voor toegankelijke informatie ten behoeve van degene(n) die hem waarneemt (waarnemen) of vervangt (vervangen). De waarnemend professional heeft voor wat betreft de zorg aan de patiënt gedurende de tijd dat wordt waargenomen dezelfde verantwoordelijkheden als de oorspronkelijke professional. Het gebruik maken van niet tot de patiënt herleidbare gegevens uit dossiers ten behoeve van wetenschappelijke publicaties dan wel onderzoeken, geschiedt overeenkomstig de wettelijke bepalingen. Van patiënten die niet meer in zorg zijn, is toestemming van de Raad van Bestuur noodzakelijk. Voor gebruik van tot de patiënt herleidbare gegevens ten behoeve van de externe verantwoording is toestemming van de patiënt dan wel de wettelijke vertegenwoordiger nodig.

Het verrichten van wetenschappelijk onderzoek in de instelling is onderworpen aan de toestemming van de Raad van Bestuur. Uitvoering van wetenschappelijk onderzoek vindt voor zover van toepassing plaats met inachtneming van de Wet medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen (WMO).

De Raad van Bestuur draagt er zorg voor dat de patiëntendossiers worden bewaard overeenkomstig de daarvoor geldende wettelijke bepalingen en dat de bewaring zodanig is dat onbevoegden daarvan geen kennis kunnen nemen. Zie voor het beleid inzake dossiers bewaren en vernietigen het kwaliteitssysteem.

7. Escalatieprocedure

Professionals zullen bij verschil van inzicht dit tijdens het MDO aan elkaar meedelen en proberen tot een gezamenlijke oplossing te komen. Bij voortduren van verschil van inzicht wordt de instellingsverantwoordelijke op de hoogte gesteld. Bij geschillen kunnen de professionele standaarden en de daarbij horende richtlijnen een oplossing of aanknopingspunten bieden om toch een beslissing te kunnen nemen. De hierdoor gevonden oplossing wordt vervolgens uitgevoerd. Is dit niet het geval vindt er opschaling plaats naar de regiebehandelaar. Deze doet een voorstel om tot een oplossing te komen. Is ook deze oplossing ontoereikend, dan wordt de situatie voorgelegd aan de directeur, die vervolgens een besluit neemt.

8. Bedrijfsvoering

De professional zorgt voor een adequate registratie van zijn verrichtingen. De professional houdt zich aan de afspraken, zoals vastgelegd in protocollen en richtlijnen, maar kan daar in het belang van de patiënt gemotiveerd van af wijken. De professional verplicht zich bij de uitvoering van de werkzaamheden te houden aan de aanwijzingen welke door of namens de directie worden gegeven. De professional houdt zich bij extern optreden aan de afspraken en regels die binnen de instelling gelden betreffende de contacten met de pers, media en andere instanties. De professional zal medewerking verlenen aan de uitvoering van het kwaliteitsbeleid. De professional levert binnen bepaalde grenzen een bijdrage aan instructie- en opleidingsactiviteiten en het leveren van patiënteninformatie.