Burnout
Het PELS instituut in Amsterdam heeft een bijzonder en uniek programma voor mensen met burnout. Er wordt gebruik gemaakt van meetbaar onderzoek – zowel fysiek als psychologisch. De begeleiding is op meerdere vlakken tegelijkertijd. Het PELS instituut neemt de tijd om vast te stellen wat er aan de hand is. Wij meten het cognitief functioneren (geheugen, aandacht, impulscontrole, werkgeheugen en snelheid van informatieverwerken), de hartslag en zweetsecretie. Er worden meerdere vragenlijsten ingevuld. Alles gebeurt op gestandaardiseerde wijze.
De burnout-begeleiding vindt op het fysieke vlak (meer bewegen, meer lichaamsbewustzijn, ontspanning), op het psychische vlak (psychologische consulten, neurofeedback) en op het arbeidskundig vlak (wanneer weer starten met arbeidstaken en hoe, reintegratietrajecten, outplacement) plaats.
Hoe vaak komt het voor?
In Nederland hebben minstens 300.000 mensen een burnout. Zij vormen de toplaag van veel meer mensen die verzuimen op het werk om redenen van chronische stressklachten. Dat verzuim kost Nederland veel geld. Maar naast deze maatschappelijke ongemakken is burnout vooral een persoonlijk drama voor diegenen die het treft. Burnout is een verzamelbegrip voor een combinatie van klachten van lichamelijke en emotionele uitputting, vervreemding en gevoelens van verminderde competentie. Mensen met burnoutklachten hebben geen energie om enigerlei activiteiten te ondernemen en neigen naar een negatief beeld van zichzelf en hun omgeving. Naast depressiviteit of depressieve klachten zijn ze dus vaak zó vermoeid dat het inplannen van één enkele afspraak op een dag al veel lijkt.
Wat is burnout?
Burnout wordt voornamelijk veroorzaakt door de onmacht om het werk zelf in te delen en te controleren. De werkdruk kan hier dan een bepalende factor in zijn. Thuis zitten vergroot het gevoel van onmacht in hoge mate. Men heeft vaak het gevoel om terug te gaan vechten (fight) of te kunnen ontsnappen (flight). Wanneer het gevoel van onmacht chronisch wordt verdwijnt de balans in: actie en rust, slapen en waken, concentreren en ontspannen, genieten en ergeren. De basis voor deze balansverstoringen is vooral biologisch en fysiologisch verankerd in: de vochtbalans (dehydratie, zuurstoftransport), de hormoonbalans (bloedsuiker en bloeddruk), intoxicatie en overmedicatie. Bij chronische stress hoort vaak een te hoge bloedsuiker (stressdiabetes). Bij hyperventilatie hoort een te lage CO2-gehalte. De biologische balansverstoringen zijn goed te corrigeren door inzicht te krijgen in het eigen vecht- en vluchtmechanismen, fysiologische correctie van te dik bloed, en bloedsuiker en bloeddruk naar normale waardes te krijgen. Burnout treft veelal mensen die hoge eisen aan zichzelf stellen en in hun persoonlijke en werkende leven veel verantwoordelijkheid dragen. Er is lang niet altijd een eenduidige oorzaak aan te geven van burnout. Die oorzaken moeten vaak worden gezocht in een samenspel tussen diverse factoren in de werksituatie, privé-situatie en persoonsgebonden factoren.
De gevolgen van burnout, emotionele uitputting, vermoeidheid, depersonalisatie en verminderde persoonlijke prestatie, werken als een vicieuze cirkel. Bij een hoge werkbelasting nemen de burnout symptomen toe, vooral de emotionele uitputting. Emotionele uitputting is het gevoel dat alle energie uit u is weggezogen. Als mensen dit gevoel ervaren proberen ze een emotionele afstand tussen hen en anderen te houden. Dit uit zich in de vorm van een onverschillige houding tegenover anderen of zelfs een vijandige houding. Mensen met een burnout verlagen vaak de werkbelasting. Burnout patiënten staan er bekend om werk te vermijden, taken die ze als stressvol ervaren niet te doen en taken die ze als minder stressvol ervaren meer te doen. Deze reacties veroorzaken een daling van de werkprestatie, zowel kwalitatief als kwantitatief. De persoon kan zich hierdoor schuldig gaan voelen en ontwikkelt een zelf-kritische houding. Afgekoelde vriendschappen en relaties met anderen, samen met de zelf-kritische houding, veroorzaken meer emotionele uitputting, die op zijn beurt weer ongunstige reacties tot gevolg hebben (Maslach 2001). Het burnoutsyndroom is dus een vicieuze cirkel die begint bij emotionele uitputting. Maar wanneer leidt een hoge werkbelasting precies tot burnout symptomen? Aan het antwoord op deze vraag zijn een aantal studies gewijd.
Breinschade bij burnout
Door burnout treedt breinschade op. Dat brengt met zich mee dat een snelle, volledige terugkeer na burnout niet zo vaak voorkomt. Er is een minder goed werkende hippocampus (kern in het brein). Deze zorgt ervoor dat mensen sneller uit evenwicht raken, vergeetachtig zijn en zich minder goed kunnen concentreren. Beschadiging aan het voorste deel van de hersenen, de prefrontale cortex, maakt dat iemand minder goed kan kiezen en samenhang kan ontdekken. Wie burn-out heeft, kan belangrijke zaken niet goed afhandelen.
Factoren die bijdragen tot burnout
• Traumatische gebeurtenissen op de werkvloer (Van der Ploeg et al., 2003);
• Verwarring en onenigheid over de precieze taak of taken van de werknemer (Posig et al., 2003);
• Risico’s en gebrek aan veiligheid op het werk (Leiter et al., 1997);
• Tegengewerkt worden door een superieur of het gevoel hebben tegengewerkt te worden door een superieur (Westman et al., 1999);
• Weinig sociale ondersteuning (Brown et al., 1998);
• Inadequate werkomstandigheden (Lee et al., 1996);
Het risico op burnout kan verlaagd worden door, via coaching, deze factoren in kaart te brengen en te verminderen. Er zijn gezonde coping-strategieën om burnout symptomen te voorkomen. Mensen leren weer vertrouwen te hebben in hun eigen vaardigheden en weten dat zij adequaat kunnen omgaan met problemen. Mensen leren stressvolle reacties te herkennen. Bij een sterke overtuiging dat een stressvolle situatie zin heeft, hoort een laag burnout niveau (Pines, 2004).
Burnout en biofeedback
Het PELS instituut maakt in zijn coaching ook gebruik van biofeedback bij de behandeling van burnout. Biofeedback heeft meerdere malen laten zien in verschillende onderzoeken dat er een positief effect is op klachten als burnout, depressie, vermoeidheid, spanning, en slechte concentratie.
Er zijn verschillende onderzoeken geweest naar de werking van biofeedback die hebben gekeken naar de effecten op gedrag. Resultaten waren dat een verlaagde bloeddruk werd gerapporteerd als gevolg van de training, burnoutklachten waren afgenomen, cliënten waren minder vermoeid en beter in staat stressoren in hun omgeving te herkennen. Ook was er na een behandeling sprake van een verbeterde volgehouden aandacht (Norris et al., 2001).
Biofeedbackraining is makkelijk te combineren met andere vormen van therapie. Een integratie van therapieën geeft de hoogste kans om burnoutklachten te verminderen. Als er sprake is geweest van een terugval in gedrag waarbij oude gewoontes weer de kop op steken, is er naast een concrete biofeedback-training van het brein ook een verandering nodig op gedragsniveau om te voorkomen dat mensen terugvallen in hun oude gewoontes.
Een samenwerking van verschillende behandelwijzen zorgt dat de oorzaak van het probleem aangepakt wordt (namelijk het consequent overbelasten van het mentaal en fysiek systeem). Door neurofeedback wordt het breinfunctioneren verbeterd. Dit leidt tot een vermindering van de burnoutklachten.
De coaching en behandeling door het PELS instituut is gericht op herstel van de fysiologische, psychologische en sociale balans. Zonder onnodige medicatie. Er is aandacht voor: herstel van goede verbranding en herstel van de energieketen.