Aanraders en afraders

w

Wat je wél moet doen om succesvol met je whiplashklachten om te gaan

10 aanraders 

 

1. Blijf actief. Zoek uitdagingen.

2. Zoek de dingen waarin je plezier hebt, die nog wel kunnen.

3. Doe fysieke dingen. Zorg dat je af en toe je bloed voelt stromen. Denk aan je conditie.

4. Neem op tijd pauzes. Maak een onderscheid tussen micro-pauzes, mini-pauzes en echte grotere pauzes.

5. Schenk aandacht aan je benen, je voeten en de rest van je lijf.

6. Maak een lijstje van de activiteiten die je energie opleveren.

7. Let op je grenzen.

8. Bedenk dat het ongeval geweest is, verleden tijd, je maakt niet opnieuw schade als je je slecht voelt en toch je dagelijkse dingen doet.

9. Wees aardig voor jezelf. Bedenk wat dat betekent. Maak onderscheid tussen de korte termijn en de lange termijn.

10. Geef jezelf toestemming af en toe eens hartgrondig te klagen. Dat lucht op. Reserveer van tevoren een bepaalde tijd hiervoor en houd je ook aan die tijd.

 

 

 

 

Hier 10 afraders – wat u beter niet kunt doen  

 

1. Ga niet alleen maar op de bank zitten uitrusten en wachten tot het over gaat.

2. Fixeer je niet alleen maar op je nek of de dingen die niet meer kunnen.

3. Vergelijk jezelf niet steeds met de tijd voor het ongeluk.

4. Ga niet heel lang door als je je geweldig voelt. Op die manier werk je een terugslag in de hand.

5. Blijf niet zoeken naar het botje dat scheef zit, de zenuw die afgeklemd wordt, de hersenbeschadiging die je misschien wel hebt. Over het algemeen is er niets te vinden. Je ‘thermostaat’ is sinds het ongeval verkeerd afgestemd, er is ontregeling, maar de onderdelen kunnen niet vervangen of gerepareerd worden. Alleen door aanpassen van je levensstijl krijg je de regulering van je vegetatieve zenuwstelsel weer op orde.

6. Vergelijk jezelf niet steeds met mensen die het veel beter hebben dan jij.

7. Bijt jezelf niet vast in alles wat onrechtvaardig is.

8. Word niet bitter.

9. Vermijd de woorden: altijd, steeds maar, nooit. Probeer preciezer uit te drukken wat je bedoelt.

10. Denk niet dat het altijd maar zo zal blijven.

Bovendien……………

Was u voordat u uitviel, iemand die altijd:

• voor iedereen klaar stond

• geen nee kon zeggen

• geen zelfzorg had

• altijd sterk was

• een “controlefreak was”

• zichzelf wegcijferde

• voor alles zich verantwoordelijk voelde

en waarbij alles perfekt moest zijn ???

… dan is het voor u extra lastig om met beperkingen in uw leven om te gaan.

 

Het kan u veel opleveren als u aan uw manier van in het leven staan aandacht besteedt!