Een brug naar een nieuw toekomst

Psyche en soma

Psychologische hulpverlening (lees meer over psychologie) bij het PELS instituut is gericht op het herstel of het voorkomen van verergering van een psychische aandoening of stoornis (of psychiatrische aandoening). De methodes die gebruikt worden voldoen aan de stand van de wetenschap en praktijk. Omdat er ook fysiotherapeutische expertise (lees meer over fysiotherapie) is, is er veel aandacht voor de lichamelijke kant van de psychologie. Als het niet zo goed gaat met je, voel je dat vaak ook in je lichaam.

Neuropsychologie

De psychologie bij het PELS instituut wordt benaderd vanuit de neuropsychologie (lees meer). Dat betekent dat wij beoordelen hoe het zenuwstelsel en het brein functioneren. Neuro komt van neuronen: een neuron is een zenuwcel. Hoe wij over iets denken, onze cognities en onze emoties, welk gevoel wij bij iets krijgen en wat wij waarnemen van onze omgeving en hoe we de buitenwereld interpreteren, is allemaal activiteit van neuronen. Het leidt tot een samenspel van neurale activiteit in ons zenuwstelsel en ons brein. De hersenen coördineren wat wij voelen, denken en doen. Daarbij is ook onze geschiedenis van belang en wat wij verwachten van de toekomst.

Korte dynamische psychotherapie (KPD) en Intensive Short Term Psychotherapy (ISTDP)

Korte Dynamisch Psychotherapie (lees meer) is vooral geschikt voor mensen, die zich met verschillende soorten klachten (b.v. fobische klachten, dwang-, eetstoornissen, somberheid etc.) kunnen aanmelden, maar die daaraan onderliggend z.g. “autonomie- en intimiteitsproblemen” hebben. D.w.z. voor mensen, die op basis van hun levenservaringen – “geleerd” hebben om intimiteit met zichzelf en/of met anderen te schuwen en/of uit de weg te gaan. Mensen met dit soort problemen herkennen vaak hun eigen emoties/gevoelens niet doordat zij deze automatisch negeren, overschreeuwen, bagatelliseren of doordat zij deze gevoelens met hun verstand wegredeneren of geneigd zijn een ander eerder te begrijpen dan zichzelf.
Wat ook kan voorkomen is, dat zij hun emoties van binnen nog wel herkennen, maar, dat deze gevoelens hen meteen angstig maken en schuldig doen voelen. Daardoor worden deze gevoelens onbewust weggedrukt met als resultaat dat zij niet uiten wat er bij hen en voor hen aan de hand is en aldus niet door derden begrepen zullen worden.

Behandelmethode - Praktijk Rita Nabi | Psycholoog

Cognitieve gedragstherapie

Cognitieve gedragstherapie (lees meer) gaat ervan uit dat het niet de gebeurtenissen zelf zijn die een mens negatieve gevoelens en een bepaald gedragspatroon bezorgen, maar de ‘gekleurde bril’ waardoor hij de dingen ziet. Wie leert deze negatieve gedachtes anders te interpreteren, krijgt een objectievere kijk op de eigen gevoelens en waarnemingen. Hierdoor kunnen negatieve gevoelens verdwijnen en zal het gedrag veranderen. Het waarnemen van een gebeurtenis leidt tot een gedachte. Die gedachte geeft ons een gevoel en dat leidt tot gedrag wat weer gevolgen kan hebben. Zo is er een vicieuze cirkel, die echter door andere gedachten (‘overtuigingen’) andere gevoelens kunnen geven.

Binnen de gedragstherapie brengen therapeut en cliënt eerst het problematische gedrag en de omstandigheden waarin die voorkomen in kaart. Vervolgens wordt samen met de cliënt op zoek gegaan naar beter passende gedragspatronen om te reageren op die omstandigheden. Hiervoor worden diverse oefeningen en huiswerk gedaan. Cognitieve therapie gaat ervan uit dat het niet de gebeurtenissen zelf zijn die een mens negatieve gevoelens bezorgen en daardoor een bepaald gedragspatroon, maar de gekleurde bril waardoor hij de dingen ziet. Depressieve mensen bekijken bijvoorbeeld of zij inderdaad mislukt zijn in het leven en of andere personen hen werkelijk niet mogen of minachten. Door deze ‘disfunctionele’ gedachten om te buigen en te leren om gebeurtenissen anders te interpreteren komt er een objectievere kijk op de eigen gevoelens en waarnemingen en kunnen negatieve gevoelens verdwijnen, waardoor ook het gedrag verandert. Een cognitief gedragstherapeut heeft het vaak met de cliënt over moeilijke situaties en hoe de cliënt zich daarin gedraagt. Hoe je bent opgevoed en hoe je tegen de dingen aankijkt, komt daarbij ook aan de orde. Belangrijk is echter hoe je in het hier-en-nu je gedraagt.

 

Specifiek (bij een bepaalde stoornis)

  • Eye movement desensitization and reprocessing (EMDR): post traumatisch stresssyndroom (PTSS). Lees meer  
  • Mindfulness based cognitieve gedragstherapie (MBCT): recidiverende depressie. Lees meer
  • Relaxatietherapie: gegeneraliseerde angststoornis. Lees meer 

Uitgangspunt voor de zorg vormt de zorgvraag van de patiënt. De zorgvraag wordt geformuleerd met vijf criteria: (vermoeden van) een DSM-stoornis*, ernst van de problematiek, risico, complexiteit en beloop en vier producten van zorg: kort, middel, intensief en chronisch. In de basis GGZ worden mensen behandeld met lichte tot ernstige problematiek, met een laag-matig risico en enkelvoudig beeld met lage complexiteit.

De behandeltrajecten kunnen uit meerdere behandelcomponenten bestaan, inclusief intake en diagnostiek.
Zorgverzekeraars hebben voorwaarden opgenomen in hun polis, bijvoorbeeld dat er een verwijzing van de huisarts of bedrijfsarts moet zijn. De begeleiding bij het PELS instituut vindt plaats door een (neuro)psycholoog en een regiebehandelaar (BIG-geregisteerde zorgverlener; psychiater, GZ-psycholoog of psychotherapeut).

 

DSM

*De DSM is een classificatiesysteem voor psychische aandoeningen. DSM staat voor Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders (lees meer). Het doel van de DSM is om onderlinge vergelijking van (groepen) patiënten mogelijk te maken door ondubbelzinnige definities op te stellen waaraan iemand moet voldoen om in een bepaalde groep te vallen. De DSM was noodzakelijk geworden om een einde te maken aan de grote internationale spraakverwarring in de literatuur over psychische aandoeningen. Termen als ‘depressie’ of ‘psychose’ werden door verschillende auteurs heel anders ingevuld en waren vaak ook nationaal gekleurd. De DSM doet vooral uitspraak over de belemmering in het dagelijks functioneren (persoonlijk, relationeel, sociaal, beroepsmatig).